Opvallend taaladvies (4): vroeger fout, nu goed

In deze fase van mijn onderzoek lees ik nog steeds de ene taaladviesgids na de andere. In die gidsen staat allerlei moois: grappige voorbeelden, interessante observaties en opvallende taal. Ik geef met liefde een bloemlezing uit alles wat ik vind. Vandaag iets over woorden die vroeger fout waren maar waar nu niemand meer van opkijkt.

Een interessante vraag, waar voor zover ik weet nog geen antwoord op is gegeven, is of grammaticaal taaladvies hetzelfde blijft. Het vlugge, oppervlakkige antwoord dat ik nu durf te geven, op basis van mijn leestocht door meer dan honderd 20e-eeuwse taaladviesgidsen, is “ja, min of meer”. Er is een groep taalproblemen die keer op keer herhaald wordt: wat/dat, wiens/wier, hen/hun, etc. In het Engels heten zulke taalgebruiksproblemen old chestnuts. Wij hebben het helaas nog niet over oude kastanjes, hoewel dat heel aardig klinkt.

Ik verbaas me er best vaak over dat veel nieuwe taaladviesboeken doen alsof ze iets nieuws over een kwestie te melden hebben. Dat is zelden het geval. Ook verbaas ik me over de consument van deze boekjes. Je kunt tweedehands inmiddels allerlei taaladviesboeken kopen waar vrijwel hetzelfde instaat als in nieuwe publicaties. En toch blijven er nieuwe gidsen verschijnen. Is dat in het kader van ‘nieuw is altijd beter’? Misschien is het omdat er wel één vrij belangrijk element van het taaladvies lijkt te veranderen: de argumentatie. Daarover een andere keer meer.

Wat betreft woorden is er al wel eerder de aandacht gevestigd op gevallen die vroeger werden afgekeurd maar die nu vrij algemeen worden geaccepteerd. Het is dus zeker niet nieuw wat ik zeg. Maar ik denk dat het nuttig blijft het te herhalen: er zijn heel veel woorden die we nu zonder problemen gebruiken, maar die vroeger werden afgekeurd. Dit laat twee dingen goed zien: ons gebrek aan historisch besef, en de tijdgebondenheid van de afkeuring van barbarismen.

Daarom hier nog maar eens een lijstje. Zijn er woorden bij die toch als ‘fout’ worden ervaren? Ik hoor het graag!

Theepot, rauwkost, kostprijs, nieuwbouw, meningsverschil, nutsbedrijven, liefdesbrief, ansichtkaart, boemeltrein (liever sukkeltrein), slagroom, aanhangwagen , hakenkruis, Japanner (liever Japannees), meemaken, naslagwerk, omgeving, omstreden, pluimvee, beïnvloeden, gratis, voltreffer, schijnwerper, vorig jaar, zwarthandelaar, rolschaats, zelfbestuur, lustmoord (liever (?) seksuele moord), zeewaardig, toelaatbaar, inburgeren, brokstuk, daadwerkelijk, muilkorf, gegevens, bestek, kleinkunst, levertijd, opname (in het ziekenhuis, liever opneming), waardepapieren, loonplafond, folder, eenmalig, hoogwaardig, omstreden, provisorisch, je reinste onzin, alleenrecht, doelbewust, stekker, knalrood, komisch, koningspaar, loper (in schaken, liever raadsheer), meerwaarde, omwisselen, omgeving (liever: de mooie omstreken van Haarlem), vanaf 1 januari (moet zijn van 1 januari af), verkapt, succesvol, er het beste van maken, arbeidsongeschikt, slagzin, wereldwijd, de hoogste tijd, hoogglans, getalenteerd, muisstil, blikopener

Bronnen:  Siegenbeek 1847, Anoniem 1917, OnzeTaal 1932, NRC 1935, Van Wageningen 1946, Dezaire 1964

13 gedachten over “Opvallend taaladvies (4): vroeger fout, nu goed

  1. Al deze woorden zijn m.i. nu nog zeer goed bruikbaar en je moet je best doen om erachter te komen waarom ze vroeger werden afgekeurd. Dat we inmiddels aan een woord als muilkorf gewend zijn bij het in bedwang houden van gevaarlijke honden, kan zijn, maar bij de geboorte van die term kunnen er gevoelsmatige bezwaren zijn. Een muil? Een korf? Zoiets zou je moeten opzoeken.
    En de betekenis kan natuurlijk variëren. Ooit een asemmer gezien? Bij ons stond er 70 jaar geleden een voor de deur met het nummer 83095. Maar die asemmer werd wel goedgekeurd toen.

    Like

    1. De bezwaren tegen muilkorf (en tegen alle andere woorden wat dat betreft) waren niet gevoelsmatig, het probleem was dat de woorden “niet naar Nederlands voorbeeld gevormd” waren, een “slordige” vertaling waren, of een “goed Nederlands woord” verdrongen. Bij die oordelen speelt gevoel natuurlijk wel mee, maar volgens mij niet zozeer om de betekenis. In het geval van “muilkorf” geeft NRC 1935 als alternatief “muilband”.

      Like

  2. Nieuwbouw meningsverschil is natuurlijk hartstikke fout: dat moet nieuwbouwmeningsverschil zijn. 😉

    Er zitten zo te zien vooral veel germanismen bij; grappig dat die tegenwoordig nauwelijks nog bloed doen koken maar anglicismen wel. Overigens wel heel benieuwd wat ze in plaats van blikopener hadden gewild. Metalenvoedselverpakkingsopendraaitang?

    Like

    1. Ja, het zijn zeker vooral veel germanismen. Blikopener is dan toevallig een vermeend anglicisme. De fout zit hem in de uitgang – er, dat moet -aar zijn. Haje (1935:33) zegt hierover: “96. blikopener, naar het Engels. Het Nederlands maakt van werkwoord stammen op -el, -en, -er geen afleidingen op -er, maar op -aar. Blikopenaar moest het dus wezen. Bruikbaarder echter: bliksnijder, blikscheurder”

      Succes met het gebruik van deze alternatieven, blikscheurder is wel behoorlijk schitterend.

      Geliked door 1 persoon

  3. Het rommelt wat met dat -er en -aar. Ik zou zeggen dat -er aan voorwerpen en -aar aan personen zou moeten worden gekoppeld, maar overal is wel een uitzondering bij te maken. En dat afleidingen met -aar (alleen) op de plaats komen van -er bij werkwoorden met -el, -en en -er als stameinde klopt ook niet, zie winnaar.
    Bij blikopener had het volgens de regel blikopenaar moeten zijn, maar het taalbloed kruipt waar het niet gaan kan. Er is maar iets kleins nodig om van door ons bedachte regels af te wijken en hier was dat wellicht de afleiding uit het Engels.
    Enfin, er valt wel het een en ander over te filosoferen.
    Als we over elk woord uit de lijst het fijne willen weten, moet iemand nog maar eens een gooi doen 🙂

    Like

    1. “Als we over elk woord uit de lijst het fijne willen weten, moet iemand nog maar eens een gooi doen” Ten eerste: ik gaf net drie oorzaken aan, die de afkeur voor vrijwel ieder woord verklaren. Dat er vaak iets heel zinnigs tegenin te brengen is, daar had men blijkbaar lak aan.
      Wat wil je verder weten? Je kunt veel van de bronnen nalezen om precies te zien wat er mis is met de woorden. Zie ook Damsteegt of Haje voor veel uitleg over waarom het fout is.

      Like

      1. Ik zal dat zeker doen, nu ik zie dat die bronnen als link fungeren. Wordt misschien even puzzelen. Maar de opmerking was wat badinerend bedoeld en werd daarom afgesloten met een 🙂 Veel wijsheid wordt verkregen vanuit een luie ligstoel. Ik heb u in ieder geval niet om onnodig werk verlegen geacht. Integendeel.

        Like

  4. Het zal wel aan mij liggen, maar ik kan “muilkorf” in de bron NRC 1935 nergens terugvinden. Vind die doorlink niet erg gebruiksvriendelijk (of moet ik, met Siegenbeek, gebruikersvriendelijk zeggen?). Siegenbeek 1847 is overigens wel de enige bron die ons direct helpt bij een aantal woorden.
    Maar goed, ik begrijp dat het vooral om germanismen en anglicismen gaat en wat specifieke beschouwingen over de woordvorming. En dat is wel leuke lectuur van twee eeuwen terug, eh….van twee eeuwen geleden. Mijns achtens moet die gevolgtrekking wel gewettigd zijn. Oftewel, zo is het volgens mij.

    Like

    1. Waar mogelijk verwijs ik direct naar een online beschikbare bron, maar bij verreweg de meeste van de bronnen waar ik uit put is dat niet mogelijk. In die gevallen verwijs ik naar een neutraal overzicht (worldcat). Lezers (zoals jij) hebben dan ieder geval genoeg informatie om de bron zelf ergens op te snorren. Zo werkt dat met wetenschappelijk verwijzen: je zult er vanuit moeten gaan dat ik niet lieg, wanneer ik zeg dat muilkorf op pagina 14 van dat boekje staat.

      Like

      1. Ja, ik begrijp het inmiddels. De meeste bronnen bevatten de dieper liggende, echte bronnen. Had ik kunnen weten, had ik maar moeten doorstuderen.
        En ja, ik geloof u bij voorbaat. Mijn studeren bestaat er tegenwoordig in dat ik te hooi en te gras info verzamel, volkomen ongestructureerd, maar daarom niet minder interessant. Er blijft op die manier wat nieuwsgierigheid over die niet stante pede bevredigd behoeft te worden.

        Like

  5. Het enige woord waar ik nog steeds aan moet wennen is het (het mag tegenwoordig) naslagwerk. Immers je wit iets na slaan en niet naslagen. Of sla ik er nu een slag naar?

    Like

Plaats een reactie