2 redenen waarom een stage in de taalwetenschap geweldig is

Sinds afgelopen maand heb ik twee stagiaires. Dat is geweldig: voor mij, en voor hen. Laat me uitleggen waarom.

Voor mij

Ik heb een tijdje wat minder geschreven. Dat kwam doordat ik er voor de kerst zat ik er helemaal doorheen. Op m’n tandvlees heb ik nog net de vakantie gehaald, maar van harte ging het niet. Nu ben ik echter weer opgeladen. Deels is dat een gevolg van mijn uitrusten, deels is dat een effect van de energie die ik krijg van nieuwe projecten. Vorige maand ben ik met twee nieuwe projecten begonnen. In beide gevallen voer ik die projecten dus uit met een stagiaire, en in een geval ook met minstens een collega. Ik zal nog even geheimzinnig doen over de precieze onderwerpen (je weet nooit wie je probeert te vlug af te zijn, ik hoor weleens verhalen). Kort gezegd bekijkt de een YouTube-filmpjes over een bepaald taaladvies en is de ander niet weg te slaan uit de Voornamenbank van het Meertens. Het is geweldig om met ze aan de gang te zijn, want het levert energie op. Samenwerken, ik schreef het al eerder, is heerlijk. Maar er is meer.

Mijn interesses zijn weids. Niet alleen ben ik geïnteresseerd in de relaties tussen taaladvies en taalgebruik, ik wil ook weten hoe bepaalde woorden zich verspreiden, hoe nieuwe media taalgebruik beïnvloeden, hoe wetenschapscommunicatie verloopt, en allerhande meer. Mijn vijfjarige contract is veel te kort om al deze vragen te gaan uitzoeken. Stagiaires zijn hiervoor een enorme uitkomst. De stages zijn niet zo lang (5 ECTS, wat neerkomt op 140 uur), maar met een goede afbakening is dat genoeg om een bepaald fenomeen te bekijken. De stagiaires doen de dataverzameling en -invoer, en een deel van de annotatie. Dat scheelt mij enorm veel tijd, en zo kan ik mijn vraatzuchtige nieuwsgierigheid beter voeden.

Voor de stagiaires

Ik heb twee opleidingen gedaan: conservatorium en Engels/taalwetenschap. Een van de grootste problemen die ik ervoer bij beide opleidingen was het gebrek aan aansluiting bij het werkveld. Ik had niet het idee dat ik voorbereid was op het echte leven. Dat zal deels aan mij hebben gelegen, maar deels lag dat ook aan de opleidingen. Er wordt hard gewerkt aan de aansluiting. Een stage is naar mijn mening een van de manieren waarop die aansluiting goed tot stand kan komen.

Een student kan de stage op verschillende manieren invullen. Zhij kan bij een bedrijf meelopen, of bij een onderzoeker. Op beide manieren krijgt de student inzicht in de realiteit van de werkvloer. Bij bedrijven bestaat dat inzicht op een heel abstract niveau al uit weten wat je eigenlijk kan met zo’n opleiding taalwetenschap. Dat spreekt helemaal niet zo voor zich. Ik wist in ieder geval nooit goed wat je allemaal kon worden. Ook een onderzoeksstage kan inzichtelijk zijn. Studenten zien wat voor vragen ze kunnen stellen, krijgen wat mee van methodologie, leren over afbakening en ruiken aan het wetenschappelijk bedrijf.  Daarnaast is het bevredigend om niet altijd maar papers te schrijven waar nooit meer iets mee gebeurt, maar een bijdrage te leveren aan ‘echt’ wetenschappelijk onderzoek.

En dan zijn er nog de concrete beloningen van een onderzoeksstage. Ik heb al eerder een stagiair gehad, en die stelde ik later aan als studentassistent. Dat leverde geld op. De enige reden dat ik specifiek deze student vroeg was omdat ze al eerder stage had gelopen bij mij. Dikke bonus dus. Wat betreft de stagiairs nu ga ik met een ervan een abstract indienen voor een conferentie in het Buitenland. Als het wordt geaccepteerd mag de student mee. Leuk voor het CV, goed voor de ervaring, en het levert vast geweldige verhalen op (herinner me er een keer aan dat ik jullie over mijn conferentie-ervaringen vertel).

Mijn eigen stage

Het schrijven van dit stukje doet me overigens denken aan de stage die ik liep tijdens mijn eigen bachelor Engels in Leiden. Ik hielp mee met woordenboekverrijking op het INL (inmiddels INT). Die stage was geen onderdeel van mijn opleiding, maar ik was er via Folgert Karsdorp (misschien wel de beroemdste computationeel etnoloog van Nederland) terechtgekomen. Mijn werk bestond uit het lezen van de letter F in het Oxford English Dictionary. De opdracht was het controleren van de citaten die bij ieder lemma stonden. Die klopten namelijk niet altijd. Het werk was geen enorme cognitieve uitdaging, maar ik vond het wel leuk. Alleen al omdat de letter F een veelheid aan vieze woorden herbergt, van fuckstick tot felching. Klaag me aan: ik ben gewoon verzot op vieze woorden.

Studiepunten heb ik helaas nooit voor mijn stage gekregen. Ik was namelijk te beroerd om een stageverslag te schrijven. Verder dan een titel ben ik nooit gekomen. Zo stierf ‘What, the F?’ een stille dood. Maar wel gaf het me een idee van het soort projecten dat je zou kunnen doen in de taalwetenschap. Ik denk dat dit een onmisbare ervaring is voor iedere student taalwetenschap. Wat zeg ik, voor iedere student. Het is geweldig dat de studie Taalwetenschap in Nijmegen een verplichte stage heeft. Hoeveel andere opleidingen dit aanbieden weet ik niet, maar ik kan het iedereen aanbevelen.

5 gedachten over “2 redenen waarom een stage in de taalwetenschap geweldig is

  1. Mijn stage (een half jaar sociaal-economisch veldonderzoek in de Peruaanse Andes) maakte me duidelijk dat ik een heel ander vak moest kiezen dan ik van plan was. Wat laat misschien, maar dus wel beter dan nooit.

    En verder zal ik voortaan bij ‘the F-word’ aan iets heel anders denken dan tot dusverre. Nog bedankt hè!

    Like

    1. Wow dát is nog eens een stage zeg, daar hebben wij allemaal geen geld voor. Toont wel aan wat ik altijd geloof: je moet het doen om te weten of het iets voor je is. Had je tenminste een redelijk acceptabele tijd of was het echt alleen maar de hel?

      Like

      1. De drie maanden in Lima waren redelijk leuk, de drie maanden op het platteland waren de verschrikkelijkste van mijn leven (ondanks een aantal leuke contacten).

        Like

      2. Overigens was een half jaar toen bij ontwikkelingsstudies en antropologie wel zo’n beetje het minimum. Mijn zus is geloof ik negen maanden weggeweest, mijn latere vriendin een jaar…

        Like

Plaats een reactie