De waardevolste les van mijn academische opleiding

In het voorjaar van 2013 ging ik een semester in Sydney studeren. Het kostte me een erfenis, maar administratief was het allemaal vrij makkelijk te regelen. Vol voorpret had ik de studiegids van USyd doorgekeken (sowieso een van mijn meer obscuurdere hobbies, en dat zegt wel wat) en vier vakken gekozen. Welke precies weet ik niet eens meer, maar in ieder geval een vak over Australische film. Ik zag enorm uit naar die vakken, maar eenmaal aangekomen bleek dat ik me had gebaseerd op een verouderde studiegids: ik moest opnieuw kiezen. Die keuze leverde me moeilijkheden op, maar uiteindelijk leerde ik de meest waardevolle les van mijn hele academische opleiding.

Nieuwe vakken

Eenmaal ik Sydney toog ik naar de studieadviseur van de opleiding linguistics om vervangende vakken te kiezen. Voor het filmvak was dat eenvoudig: er was een vak Australische literatuur van na de Tweede Wereldoorlog. Korte zijsprong: de Australische literatuur is geweldig en een enorme aanrader. Alles van David Malouf (vooral An Imaginary Life), Patrick White en Peter Carey (vooral The Fat Man in History), maar ook Wild Cat Falling en Tourmaline: het is een eindeloos feest. Maar dat terzijde. Het ging om het vervangende taalkundevak dat ik moest kiezen. Nou ja, kiezen. Er was maar één optie: een vak met de weinigzeggende naam Structure and Use of a Language.

Taaltheorie in het Grieks

Ik wist niet waar het vak over zou gaan, niet eens over welke taal het zou gaan. Het bleek Grieks te zijn. Deels Oud-Grieks, deels Katharevousa en Domitiki. Maar de taal deed er eigenlijk niet zo toe, die was meer een vehikel om theorieën over taal te bestuderen. De frequentie daarvan bleek te liggen op één per twee weken. Na een inleidende week was het twee weken Optimality Theory, twee Distributional Morphology en als toetje nog twee weken Government en Binding. De gemiddelde niet-taalwetenschapper zal het weinig zeggen, maar neem van mij aan: twee weken is behoorlijk weinig om je zo’n theorie eigen te maken.

Dat werd wel verwacht. Iedere twee weken stond er namelijk ook een opdracht op het programma. Alsof het lezen van pittige theoretische artikelen over een onbekende taal in een lastig te lezen schrift nog niet genoeg was, waren de opdrachten ook nog eens héél erg pittig. Echt heel erg pittig. Zó pittig, dat ik voor het eerst in mijn bachelor echt totaal vast kwam te zitten. Ik zocht hulp bij vrienden en kennissen in Nederland, maar ook bij m’n medestudenten. Wat bleek: die zaten ook vast. Gezamenlijk probeerden we de opdrachten op te lossen, maar we kwamen er vaak toch net niet uit. Heel frustrerend. Uiteindelijk moest ik als eindopdracht in twee weken Chomsky’s Pisa Lectures lezen met aanvullende literatuur en een paper schrijven over pro-drop in het Oud-Grieks.

Uitdaging

Nu ben ik niet vies van een beetje uitdaging. Sterker nog: hoe harder je me duwt, hoe harder ik terugduw. Maar dit vond ik echt extreem. In de begeleidende mail bij mijn eindopdracht mailde ik dus de docent, dr. Jason Johnston, dat ik veel had geleerd van zijn vak, maar dat ik het toch wat aan de moeilijke kant vond. Jason antwoordde bijna direct: het was helemaal niet de bedoeling dat ik het juiste antwoord op de opdrachten gaf, het ging om dat ik een zo goed mogelijk antwoord gaf. De les van het vak was dat je soms nou eenmaal niet alles begrijpt. Hij begreep zelf soms dingen óók niet. Maar toch moet je er dan iets mee doen. Daarmee leren omgaan, daar ging het om.

Ik zit niet zo snel met mijn mond vol tanden, maar nu was ik stupefait & flabbergasted. En ik was onder de indruk. Ik was echt tot het uiterste uitgedaagd door dit vak, een ervaring die ik in Nederland tijdens mijn bachelor eerlijk gezegd niet had gehad. Om op deze manier te worden geprikkeld, dat was ongelooflijk leerzaam. Opeens had ik een totaal nieuwe waardering voor het vak.

Zelf doceren

Waarom haal ik deze anekdote op, bijna zes jaar na dato? Omdat ik nu zelf college geef. Ik geef een blok corpustaalkunde voor de tweedejaars Nederlands, als onderdeel van het vak Kwantitatieve Methoden in de Neerlandistiek. In dat vak heb ik geprobeerd iets vergelijkbaars te doen als wat mij in Sydney overkwam. In een van de eerste colleges hadden we het over relevante artikelen zoeken bij een onderzoeksvraag of -methode, en over strategisch lezen. Nu gaf ik de studenten in college simpelweg een artikel en de vraag om er een presentatie over te geven. Het ging me niet om een samenvatting van het artikel, maar om een presentatie met informatie die relevant was binnen de kaders van het vak. Ze hadden 20 minuten. Studenten waren in eerste instantie verbolgen: de artikelen waren te lang en te moeilijk, de tijd te kort. Toch gingen ze ermee aan de slag, met uitstekend resultaat.

Ik maakte na de opdracht ook expliciet waar het om ging. In je carrière, of het nou binnen of buiten academia is, zul je moeten omgaan met materiaal dat je maar ten dele snapt, dat te omvangrijk is, of dat je in te korte tijd tot je moet nemen. Ik hoop dat deze opdracht, hoe klein, mijn studenten iets heeft geleerd over hoe je hier mee om moet gaan. Misschien komt het op de evaluatie terug, en krijg ik kritiek dat het vak te moeilijk is. Jammer, maar daar gaat het me niet om. Het gaat er mij om dat ik het nuttigste wat ik heb geleerd in mijn academische opleiding door kan geven aan mijn eigen studenten.

Een gedachte over “De waardevolste les van mijn academische opleiding

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s