“Afgetrokken denkbeeld, professor!” Vreemde woorden uit 1937

Ik besprak al eerder de vreemde opzet van Op en Top Nederlands, een taaladviesgids uit 1937. Maar er is nog wel wat meer aan de hand met dat werkje: ook de inhoud is verbazingwekkend. Er worden namelijk veel woorden gebruikt die of zijn uitgestorven, of waarvan de betekenis in dit werk afwijkt van de betekenis nu. Tenminste, ik neem aan dat dit het geval is. Ik ken al die woorden namelijk niet, en dat is, zoals ik al eerder schreef, best verrassend.

Dat is alles wat ik erover wil zeggen. We moeten maar gewoon lekker gaan lezen. NB: als eerbetoon aan de anonieme schrijver van Op en top Nederlands staan de woorden in vrij-alfabetische volgorde.

rekkerig (Niet bepaald ziek, maar een beetje rekkerig)
hors — in de samenstelling: horsmakreel
adderspog
bink (Hij steekt de bink = spijbelt)
inbitter
hui
wiemel, ww.
vlijmkoker
vinlobbig
riem (Straatjongens maken de riem van hun broek los om mee te bakkeleien) (MM: het gaat me hier niet zozeer om het woord zelf als om het voorbeeld. Ik ken bakkeleien vooral als ruziën, maar dit is eerder vechten)
leurder
tuf-tuf
(Verkieselijk boven: „wagen”)
tuimelkar
(Verkieselijk boven: „kipkar”)
falsaris
laatte
(Hij is in de laatte)
roof
, znw. (Er is al een roofje gevormd op de wond)
afgetrokken (Afgetrokken denkbeeld, professor)
santjes (Nederlandse vorm van heil dronk, eigenaardiger dan het Franse „santé” of het Duits Latijnse „prosit”)
zuringzout
fep (Aan de fep)
zwalp, ww.
insteekkamer
afrij
(verkieselijk boven: „afrit”)
brijberg
kieskauwer

En weet je wat de lol is: zelfs in de verzameling vergeetwoorden kom je deze woorden niet tegen (probeer maar). Dit zijn dus de woorden die er nog onder liggen: wat schelpen en het ruisende gruis. Misschien ben ik gewoon te jong, of lees ik te weinig oude Nederlandsche boeken, maar ik had van geen van bovenstaande woorden ooit of te immer gehoord. Hallo zeg, m’n taalgebruik gaat er helemaal van naar de vaantjes! Maar dat het mooi is, dat staat buiten kijf. En jullie? Ooit van een van deze woorden gehoord? Ik hoor het graag!

10 gedachten over ““Afgetrokken denkbeeld, professor!” Vreemde woorden uit 1937

  1. Santjes en kieskauwer zijn voor mij geen ongewone woorden, wel allebei woorden uit de zeer informele sfeer, dus ik kan me voostellen dat het toeval kan zijn of je in kringen verkeert waar ze gebruikt worden of niet.
    Hors ken ik niet als zelfstandig woord, maar horsmakreel heb ik in mijn jonge jaren wel eens gevangen. M’n vader was zeeman en tijdens een vakantie mocht ik samen met de kinderen van wat andere bemanningsleden aan boord mee de Noordzee op, waar we op een gegeven moment met hengels op makreel gingen vissen om die aan dek te kunnen barbecuen. Helaas vingen we voornamelijk horsmakreel, een heel andere vis die veel minder smakelijk is.

    Like

    1. Ha Erik,
      leuk dat je horsmakreel wel kende, en mooi verhaal erbij. Hier speelt mee dat ik verder weinig kennis heb aan mensen met een nautische achtergrond, dat jargon is bij mij volkomen afwezig. En grappig dat je toch ‘slechts’ 3 van de meer dan 20 woorden kent!

      Like

  2. Leurders ken ik wel (ze proberen me bij tijd en wijlen een andere energieleverancier aan te praten) en falsaris komt meen ik voor in een scheldkanonnade van kapitein Haddock. De rest: volkomen bijster, maar ik pleit voor onverwijlde herintroductie. Hou eens op te wiemelen joh, vlijmkoker, straks is de hui weer aan de fep en kunnen we tot in de laatte de brijberg bij elkaar zwalpen.

    Like

    1. Ja, leurder snapte ik in ieder geval ook nog wel maar kende ik eigenlijk alleen nog als werkwoord. Grappig dat zo’n woord als falsaris in Kuifje voorkomt: iemand op Facebook kende een bepaald woord juist van Bommel.
      Onmiddelijke reintegratie: absoluut! Ik doe alvast mijn best.

      Like

  3. Horsmakreel kende ik ook, al zou ik hem op de vismarkt niet herkennen, en ‘roofje’ is het eerste woord dat me te binnen schiet bij het zien van een, nou ja, roofje, een wondkorstje. Maar als ik het zeg, denk ik wel meteen: ‘Of is dat Limburgs?’ (Het klinkt eigenlijk niet zo Limburgs.)

    Like

  4. Voor de etymologie van Horsmakreel kun je te rade gaan bij Jan de Vries (1971) 1992: 268 NEW i.v. hors en uit de tekst kun je het woordje misschien schrappen.

    EWN voert het lemma horsmakreel niet, maar ik heb zelf uitgebreid etymologisch onderzoek naar deze interessante visnaam gedaan.

    Nög interessanter is overigens de visnaam Marsbanker, waarvoor Van Dale 2005: 2089 een komische (dus foute) etymologie opgeeft.

    Klaas Jac. Eigenhuis

    Like

    1. Ik had inderdaad al even gekeken in de Etymologiebank, ik moet zeggen dat de gelijkenis met horse me dan weer tegenvalt: ik had op een mysterieuzere herkomst gehoopt!
      “komische (dus foute)” vind ik interessant: denk je niet dat een etymologie komisch en toch juist kan zijn? Ik kan bijvoorbeeld soms wel lachen om toponiemen of eponiemen.

      Like

Plaats een reactie