Vorig jaar juni presenteerde ik de eerste resultaten van mijn onderzoek. Sindsdien heb ik een aantal presentaties gegeven, en zijn verschillende papers in uiteenlopende fasen van publicatie. Daarbij loop ik tegen een curieus probleem aan: ik moet refereren aan dingen die al wel bestaan, maar die niemand nog kan zien. Dit levert een vreemd circulair probleem op: het paper dat ik als eerste schreef verschijnt waarschijnlijk als laatste. Mijn publicaties halen elkaar dus in. Publiceer ik te veel?!
Gebruikelijk
Op zich is dit natuurlijk helemaal niet nieuw. Het is in de wetenschap algemeen bekend dat de raderen vaak traag draaien. Het kan soms jaren duren voordat het hele proces van acceptatie, review en publicatie doorlopen is. Gedurende dat proces is het vaak al wel gunstig voor een wetenschapper om deze publicaties te noemen, bijvoorbeeld als je een beursaanvraag doet. Soms mag je daar overigens alleen gepubliceerde publicaties noemen. Dat vind ik heel raar: publicaties lopen vaak twee jaar achter, zeker bij invloedrijke journals. Je hebt dus niks aan je meest recente of meest impactvolle werk, terwijl dat juist ook weer belangrijk is. Lekker dan.
Enfin, dat is een ander verhaal. Ik vind het wel boeiend om te zien hoe die nog-niet-verschenen publicaties worden genoemd. Ik ben verschillende termen tegengekomen: in press, accepted, forthcoming, submitted en to appear. Die eerste is het beste: alles is gedaan, je weet ongeveer wanneer de boel verschijnt. Van de andere labels zijn accepted en submitted vrij duidelijk: er is een journal, en het paper is in de molen gegooid. Die andere twee labels, forthcoming en to appear, zijn vager, en geven een onduidelijk status aan. Bovendien zijn gebruikers het niet eens over wat ze precies betekenen. Je kunt het zelfs gebruiken voor een paper waar nog geen woord van is geschreven, maar waar je wel een idee over hebt. Maar dat doe ik liever niet, die lijst is eindeloos.
Raderen
Waar ik nog geen ervaring mee had is dat de raderen op verschillende snelheden draaien. Het duurt bijvoorbeeld erg lang voordat proceedings van een conferentie die in een zogenaamd ‘special issue’ (een aflevering van een tijdschrift die speciaal is gewijd aan één onderwerp) verschijnen. Om een indruk te krijgen: de conferentie was in juni 2017, in februari stuurde ik mijn paper in, en ik kreeg een week geleden de reviews. Wanneer de boel verschijnt is nog volstrekt onduidelijk.
Tussendoor presenteerde ik echter in januari een casus op de Grote Taaldag. Het journal dat naar aanleiding daarvan wordt gemaakt heeft een zéér korte doorlooptijd: ik stuurde 1 april mijn paper in, kreeg begin mei de reviews, verwerkte die voor 1 juni, en kreeg kort daarna te horen dat mijn paper definitief geaccepteerd was. Ik verwacht de drukproeven ieder moment: de bundel verschijnt sowieso vóór februari 2019. Inmiddels is er zelfs nóg een paper dat in een niet gepeerreviewde (peergereviewde? brr) bundel verschijnt, maar waar wel weer nieuwe dingen in staan. Die komt, volgens de editor, “eind dit jaar” uit. Nóg weer eerder dus. Het wordt een wirwar van referenties. En dan presenteer ik morgen ook nog eens een paper op een conferentie in Boedapest. Ik raak totaal in de knoop.
Dan maar zelf
Om dit probleem te ondervangen ben ik nu een post aan het schrijven waarin ik in ieder geval mijn annotatieschema uit de doeken doe. Dat is een vrij omvangrijk stuk, en daarom wil ik het eigenlijk niet in ieder paper herhalen. Maar toen ik dat voor een van de papers niet deed, kreeg ik deze (terechte) opmerking van een reviewer: “hoe kan ik zien hoe je annoteert als je paper waarin dat staat nog niet uit is?” Door in ieder geval dit schema te publiceren kan ik daarnaar verwijzen. Het is dan wel niet peer-reviewed, het is in ieder geval een ijkpunt, én ik kan verwijzen naar Van der Meulen (2018).
Daarnaast biedt het publiceren van dit schema natuurlijk een mooi kijkje in de keuken. Open Kitchen Science noemt Rosanne Hertzberger dat. Eigenlijk is dat al langer wat ik hier doe: niet alleen schrijven over observaties en resultaten, maar ook over methodologie. En over het wetenschappelijk proces, daar kan ook altijd nog meer aandacht voor komen vind ik.
Kortom: ik hoop snel (morgen) een stukje van mijn onderzoek te publiceren. Let wel: dit gaat in het Engels gebeuren. Waarom dat is, daarover kunnen jullie hier lezen. Korte antwoord: de taal van de wetenschap is Engels, mijn doelgroep hiermee is (ook) wetenschappers, dus Engels. Ik ga uit van jullie begrip. Tot morgen!
Waar blijft-ie?
LikeLike
Helaas kwamen er een heleboel dingen tussen, sorry. Bovendien werd ik erop gewezen dat ik eea ook als working paper kan indienen, dan telt het zowaar echt nog als publicatie. Ik ben dat nu aan het onderzoeken. Als je er iets mee zou willen kun je me mailen, dan kan ik misschien een draft van een paper sturen.
LikeLike
Graag, ik ben wel nieuwsgierig… Verwacht echter geen interessante feedback (ik ben geen Neerlandicus :-))
LikeLike